Agrarisch natuurbeheer, gericht op weidevogels en botanisch beheer  
Sinds 1994 zijn we begonnen met wat toen nog de vliegende hectaren heten.
Op dit land werd de datum waarop het gras voor het eerst wordt bewerkt en gemaaid vooruitgeschoven
tot 15 juni. Al sinds de opkomst van de trekker en de maaimachine, is ons al door opa geleerd om op
de weidevogels te letten, om hun nesten heen te maaien en de kuikens te verplaatsen. Toch is door de 
intensievere landbouw en de grotere predatie door vos en roofvogels de stand van weidevogels afgenomen.
Door een deel van het grasland later te maaien hebben weidevogels op deze percelen betere kansen.
Als veehouder kan je bovendien goed hooi maken van dit soort grasland. De vergoeding van de overheid voor gederfde grasopbrengst zorgt er op deze manier extensiever geboerd kan worden. Deze combinatie van landbouw en natuur is heel goede combinatie gebleken voor overheid, natuurliefhebbers en de landbouw. 
 
Ook is er sinds enige jaren het botanisch beheer ingevoerd. Op dit land staat een gevarieerde samenstelling
van grassen, kruiden en bloemen centraal. Niet direct omdat deze in het voortbestaan worden bedreigd
maar ook omdat een gevarieerdere samenstelling goed werkt op bijvoorbeeld het insectenleven dat weer
als voedsel dient voor weidevogels. Op deze manier wordt ook geprobeerd een rijkere flora en fauna
te laten ontstaan. Op sommige percelen is wordt het land zo in zijn geheel beheert op andere percelen beperkt het zich tot slootkanten van 5 meter want voor een goede melkproductie is er natuurlijk ook kwalitatief goed gras nodig!
 
Verder heeft ons bedrijf te maken met grote groepen zwanen en ganzen, die op sommige percelen verjaagd worden en op andere percelen weer gedoogd worden om zo de schade onder controle te houden.
Daarnaast bevolken ook dassen, reeën en hazen de landerijen, boomwallen en rietkragen. De das heeft nogal wel eens de neiging grote gaten in het land te graven maar dit nachtdier zie je maar zelden in tegenstelling tot de reeën en de hazen die hier goed gedijen dank zij de vele dekking (schuilplekken) die er zijn. Het is altijd weer mooi deze dieren te zien, net zoals de weidevogels (voornamelijk de kievit, scholekster en grutto) wanneer je in het land werkzaam bent.